Mijn hoofd en ik

Ik ga zitten.
Haal 3 x diep adem en stel me voor dat ik bij het uitademen, alles van me af laat vallen wat ik niet nodig heb tijdens de meditatie.
Oke, dat is de start.
Nu wordt het interessant.

Nu begint namelijk het proces met de naam: hoe krijgen we het hoofd stil.
Het hoofd zelf, dat natuurlijk ook elke avond onderdeel is van deze procedure, is ook nieuwsgierig.
“Wat gaan we doen?”
Ik: “Poging 1: als jij nou eens begint met tot 60 te tellen.”
“Oke”, zegt het hoofd enthousiast.

Het is namelijk helemaal geen vervelend hoofd. Het is druk en enthousiast en het kan niet stil zijn. Wat wel nodig is voor meditatie. En het hoofd weet dat ook. Het weet dat mediteren goed is. Alleen… ja… dat stil zijn.
“Daar gaan we”, zegt het hoofd. “Met het tikken van de klok: 1… 2… 3… 4… “

Het geeft het hoofd wat te doen. En dat doet het dan ook met ijver. Totdat.
23… 24… He, wat hoor ik daar? Bezoek bij de buren… Wie zou dat zijn? Een vrouwenstem?…”
“Hoofd!”, zeg ik streng. “Tellen!”
“O ja, tellen… waar waren we. Iets in de 20 toch? Ik begin gewoon bij 30, goed?”

Het omgaan met het hoofd tijdens meditatie, doet me denken aan vroeger, toen de pipo nog klein was en we vaak samen even probeerden te slapen ‘s middags. Dat je samen op bed lag en ik al doodmoe was en dat hij maar bezig bleef, met kletsen en dingen doen.
Nu ook: tellen tot in de 40 gaat nog goed, ergens in de 50 dreigt alweer een kleine ontsporing richting de vraag ‘wat voor dag het ook alweer is’. De 60 halen we. En dan proberen we nog een minuutje. En nog een. Maar het blijft actief tellen met onderbrekingen. Het hoofd wil nog niet echt gaan slapen.
“Weet je wat?”, stel ik voor. “Volg maar de ademhaling maar, met je aandacht.
“Oke!”, roept het hoofd weer enthousiast. “Waar moet ik op letten?”
“Niet echt ergens op. Je volgt hem gewoon. Het geluid. Het ritme. Kijk of-ie verandert naarmate we rustiger worden.”
“Yep!”, zegt het hoofd.

Liever hebben we rond deze tijd dat hij wat wegzakt. Daar lijkt het ook op, tijdens de tijd die volgt. Alleen, ineens:
“Gevulde eitjes!”
“Wat?!”
“Dat is lekker. Dat kunnen we dit weekend wel weer eens eten.”
“Hé!”, zeg ik. “Wat is dit nou?”
“Sorry”, zegt het hoofd. “Het werd een beetje saai.”
“Laten we maar een zinnetje proberen.”
“O ja, leuk, een zinnetje. Welk zinnetje?”
“Laten we doen: vrede, in en om mij heen. Vrede in en om mij heen.”
“Doe ik. Ga jij nou maar lekker mediteren. Tot zo!”

IJverig gaat het hoofd weer aan de slag.
“Vrede in en om mij heen. Vrede in en om mij heen.”
En zowaar zeg, ‘het’ gebeurt, beetje bij beetje. Het gaat doezelen. Zakt wat weg. Wordt stil. Echt stil. Zelfs het zinnetje hoor ik niet meer.

Dit is waar we het voor doen. Op dat punt is er alleen nog ik in een grote, open, witte, stille ruimte. En door die ruimte waait een kracht. En de kracht en ik dansen wat, met elkaar, om elkaar heen, door elkaar heen zelfs. En in de hoek van de ruimte ligt het hoofd, op de grond te slapen. Niet heel diep, soms murmelt hij ook wel wat, of opent 1 oog. Maar dan zeg ik: “shshshsh’ en dan valt hij weer in slaap.

Vertederd kijk ik ernaar.
Het is een lief hoofd.
Het moet alleen nog leren om af en toe stil te zijn.

mediterenrustig hoofd
Reacties (0)
Voeg een reactie toe